Sociale veiligheid

1 Gedragscode

Scouting Beyloo ter Horst vindt een veilige omgeving voor haar (jeugd-)leden belangrijk. Wie denkt aan kinderen, jongeren en Scouting, denkt direct aan spel, plezier en een uitdagend leven. Niemand associeert deze woorden met ongewenst gedrag. Maar naast alle vrolijke en leuke momenten kunnen Scoutinggroepen helaas ook wel eens te maken krijgen met (het vermoeden van) ongewenst gedrag (zie begripsbepaling voor definitie). Daarom streeft Scouting Beyloo ter Horst naar bruikbare en geaccepteerde gedragsregels voor de leden en jeugdleden.

Deze specifiek gekozen gedragsregels moeten leiden tot preventie en zo nodig bestrijding van ongewenst gedrag. De gedragsregels zijn er in de eerste plaats natuurlijk voor de leden, maar Scouting Beyloo ter Horst wil d.m.v. deze gedragsregels ook naar buiten toe, met name naar de ouders/verzorgers van de jeugdleden, duidelijk maken hoe binnen de scouting wordt omgegaan met haar (jeugd-)leden.

Uitgangspunten hierbij zijn:

  • De gedragsregels bevorderen een veilige omgeving, waarbinnen alle (jeugd- )leden zich prettig voelen.
  • De gedragsregels dragen bij aan de preventie van ongewenst gedrag in ruime zin.
  • De gedragsregels bevorderen het vragen en bieden van duidelijkheid en gaan het doen van aannames tegen.
  • De gedragsregels dienen de goede spontaniteit in de omgang van (bege)leiding met kinderen, kinderen onderling en (bege)leiding onderling te waarborgen.
  • De gedragsregels moeten passen binnen het streven naar openheid, integriteit en transparantie.

 

2 Begripsbepaling

  • Onder "scouting”: wordt verstaan: Scouting Beyloo ter Horst.
  • Onder "leden" wordt verstaan: alle meerderjarige leden (dus ook leidinggevenden en overige kaderleden) van Scouting Beyloo ter Horst.
  • Onder “jeugdleden” wordt verstaan: alle minderjarige leden van Scouting Beyloo ter Horst.
  • Onder "jongere speltakken" wordt verstaan: de bevers en de welpen.
  • Onder "oudere speltakken" wordt verstaan: de scouts, de explorers en de roverscouts.
  • Onder ongewenst gedrag, ook wel grensoverschrijdend gedrag genoemd, verstaan we hier alle vormen van geweld, of het vermoeden ervan. Denk onder meer aan seksueel misbruik en het gebruik van andere vormen van lichamelijk en psychisch geweld.

 

3 De gedragscode omvat:

  1. Leden en jeugdleden spreken elkaar aan op het naleven van gezamenlijk vastgestelde gedragsregels.
  2. Leden en jeugdleden hanteren het uitgangspunt dat iedereen gelijkwaardig is.
  3. Leden en jeugdleden hebben het volste vertrouwen in elkaar.
  4. Leden en jeugdleden scheppen een klimaat, waarin leden en jeugdleden zich veilig voelen.
  5. Leden en jeugdleden zijn eerlijk en behandelen anderen met respect, zoals zij ook zelf met respect behandeld willen worden.
  6. Leden en jeugdleden creëren ruimte voor elkaar om verschillend te zijn. Deze verschillen kunnen betrekking hebben op persoonsgebonden of cultuurgebonden verschillen.
  7. Leden en jeugdleden scheppen voorwaarden om een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Wij besteden actief aandacht aan zelfredzaamheid en weerbaar gedrag.
  8. De vrijwilliger dringt niet verder door in het privéleven van het jeugdlid dan functioneel noodzakelijk is.
  9. De vrijwilliger onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van het jeugdlid. Alle seksuele handelingen, -contacten en -relaties tussen vrijwilliger en jeugdlid tot 18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik. De vrijwilliger raakt het jeugdlid niet op zodanige wijze aan, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden.
  10. De vrijwilliger gaat tijdens kampen en activiteiten met respect om met jeugdleden en de ruimtes waarin zij zich bevinden, zoals slaapzalen, tenten, omkleedruimten, douches etc.
  11. Als de vrijwilliger gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel misbruik, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de vertrouwenspersoon binnen de vereniging.
  12. In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaald gedrag zal de vrijwilliger in de geest van de gedragscode handelen en zo nodig daarover in contact te treden met een door het bestuur aangewezen persoon.

 

4 Pesten

Een (jeugd-)lid wordt gepest als het herhaaldelijk en langdurig te maken heeft met negatieve handelingen van één of meerdere andere (jeugd-)leden. Dat kan openlijk gebeuren, maar ook in de vorm van het structureel iemand buiten de groep sluiten of via internet. Wanneer er signalen zijn van pestgedrag onder (jeugd-)leden is het belangrijk om dit te bespreken. Wanneer het pesten ondanks alle inspanningen doorgaat of opnieuw de kop opsteekt, zal de speltakleiding over kunnen gaan tot het inschakelen van hulp.

 

5 Discriminatie en racisme

Binnen scouting wordt iedere vorm van discriminatie en racisme niet getolereerd. De leiding neemt duidelijk afstand van discriminatie en racisme. De behandeling van gesignaleerde discriminerende en racistische taal en/of gedragingen gebeurt overeenkomstig de procedure zoals die is beschreven bij pesten.

 

6 Lichamelijk geweld

Binnen scouting wordt iedere vorm van lichamelijk geweld niet getolereerd. Bij overtreding van deze regel worden de ouders op de hoogte gesteld en zal er een gesprek aangegaan worden met hen en het (jeugd)lid.

 

7 Grensoverschrijdend gedrag

Wanneer er sprake is van grensoverschrijdend gedrag maken we gebruik van het protocol grensoverschrijdend gedrag, beschreven op de website van scouting Nederland.

 

8 Verklaring omtrent gedrag

Volgens de wet- en regelgeving van Scouting Nederland moeten alle vrijwilligers in het bezit zijn van een geldig VOG. Hierbij gaat het ook om leden zonder functie. Beleid bij scouting Beyloo ter Horst is om modules 1,2,7 en 8 aan te vragen voor alle leiding, leden van de roverscouts en vrijwilligers. Voor de VOG van het stichtingsbestuur en materiaalbeheer wordt module 3 in de aanvraag toegevoegd. Wanneer mogelijke leiding niet in het bezig is van een geldig VOG mogen ze geen leiding geven aan een speltak of zitting nemen in het bestuur. De VOG wordt eenmalig door de vrijwilligers aangevraagd.

 

9 Vertrouwenspersoon

Als er sprake is van een calamiteitensituatie, zoals grensoverschrijdend gedrag, een ongeluk of een sterfgeval, staan onze bestuursleden je graag te hulp. Ook kun je altijd contact opnemen met het landelijk opvangteam. Dit team bestaat uit landelijk vrijwilligers die groepsbesturen adviseren over hoe ze hiermee om kunnen gaan. Deze vrijwilligers zijn ervaren in de hulpverlening en hebben veel ervaring met dit soort situaties. Zij verwijzen Scoutinggroepen indien nodig door naar de juiste instanties. Meer informatie over het Landelijk opvangteam is hier te lezen.

 

10. Ontwikkeling

Alle leiding en bestuursleden doen de online cursus ‘zorgen over het kind, wat nu?’ over de sociale veiligheid van een kind om eventuele zorgen en signalen te kunnen herkennen. Daarnaast werken we binnen scouting Beyloo ter Horst volgens het stappenplan ‘een sociaal veilige scoutinggroep’ richting een groep waarin alle leden en vrijwilligers zich veilig voelen.